Je Binnenkamer ingaan

Je Binnenkamer ingaan

Je binnenkamer inga

“Innerlijke stilte is altijd in jou te vinden, ook midden in de stad met lawaaiige buren”.

Afgelopen week is de Veertigdagen tijd begonnen met Aswoensdag. Het askruisje is onlosmakelijke verbonden met Aswoensdag. Het herinnert je aan je broosheid, aan je kwetsbaarheid. Dit jaar was het vanwege corona anders dan anders. De as werd op je hoofd gestrooid in de vorm van een kruisteken. De woorden: “Gedenk dat ge van stof zijt en tot stof zult wederkeren”, die gewoonlijk bij het ontvangen van het askruisje worden uitgesproken, bleven achterwege.

We zijn ons door de pandemie scherp bewust geworden hoe kwetsbaar en broos we zijn. Je kan zomaar besmet raken, ziek worden en sterven. Gelukkig wordt niet iedereen ernstig ziek, maar toch. Het virus is overal en maakt geen onderscheid. Je kent allemaal wel iemand die besmet en ziek is geworden in je familie- of vriendenkring. Vaak mild, soms ernstig, soms dodelijk. We zijn ons meer en meer bewust geworden van onze kwetsbaarheid dit jaar.

Tegelijkertijd reikt de evangelielezing van Aswoensdag een ander diep weten aan: ons kwetsbare lichaam heeft een binnenkamer waarin God huist. De evangelielezing uit Matteüs spoort je aan om te bidden, om in te keren, om je binnenkamer in te gaan en te bidden tot je Vader die in het verborgene is. God is aanwezig in de binnenkamer van je lichaam.

“Het gaat om stil worden, opmerken hoe die mallemolen in je kop maar doorgaat en luisteren naar wat er diep in je opkomt. Dat kan van alles zijn: een grenzeloos verlangen, twijfel, verwondering. Naar dat gevoel moet je luisteren, zelfs als het tegen je eigen logica ingaat. … Het gaat om wachten en waken. Het houvast zit niet in je ergens actief aan vastklampen, maar in openstaan om te ontvangen. Want het wonder is dat wanneer je stil en aandachtig bent, er iets naar je toekomt. Een verandering, een rust, een vertrouwen”.

Deze woorden zijn van Ton Lathouwers, emeritus hoogleraar Slavische letterkunde. Hij vertelt in een interview in het kader van de Maand van de spiritualiteit over zijn inspiratie die hij vindt in het mediteren, in het naar binnen keren. Hij besluit het interview met een oproep:

“Probeer elke dag even de stilte in te gaan. Ik mediteer zelf ’s ochtends en ’s avonds een half uur. Maar je kunt ook, op het moment dat je merkt dat je je op sleeptouw laat nemen door de computer in je hoofd, even één, twee, vijf minuten stilzitten en focussen op je adem. Het zal altijd iets met je doen”.

Je kunt altijd je binnenkamer ingaan, de innerlijke stilte, die in je is, zoeken. De Veertigdagentijd, een tijd van inkeer en gebed op weg naar Pasen, nodigt je daartoe van harte uit.

Berrie Daalhuizen