Overal nabij is Hij

Overal nabij is Hij

“Maar zonder dat u Hem herkent staat Hij al in uw midden”. (Johannes 1,26b)

Het bovenstaande staande vers uit het evangelie van Johannes van de Derde zondag van de Advent inspireerde Huub Oosterhuis tot het lied: Omdat Hij niet ver wou zijn. In de tweede strofe zingen we:

Overal nabij is Hij mens’lijk allerwegen. Maar geen mens herkent Hem, Hij wordt gewoon verzwegen. Midden onder u staat Hij die gij niet kent.

Heb je Zijn menselijke nabijheid herkend in de afgelopen tijd? Bijvoorbeeld in het optreden van werkers in de gezondheidszorg die met grote inzet hun werk deden en nog steeds doen in de volle ziekenhuizen. Niet alleen verplegen en verzorgen zij, maar zij zijn ook de patiënten en hun familieleden nabij in hun machteloosheid en bieden troost waar mogelijk.

Heb je Zijn menselijke nabijheid herkend in het in het doorzettingsvermogen van mensen in heel veel andere beroepen die onder lastige omstandigheden met aandacht en toewijding hun werk deden en in eenvoudige gebaren van hulp en dienstbetoon, zorg dragen voor hen die hun hulp en zorg nodig hebben?

Was Hij ook niet menselijk nabij in de kaarsen die werden opgestoken voor bekenden en onbekenden? Of in de vele intenties die werden opgeschreven in de intentieboeken van de open Mariakapellen in onze kerken en stilteruimten van ziekenhuizen? Of in de briefjes en kaarten die worden verstuurd en in de telefoongesprekken om te horen hoe het de ander vergaat?

Wellicht is Hij vaker dichterbij dan je denkt. De woorden uit het evangelie en de tekst van het lied zetten ons op een spoor. Waar vind je menselijke nabijheid, waar zijn mensen elkaar nabij? Daar laat Hij zich zien, daar wordt Hij zichtbaar, “omdat Hij niet ver wou zijn”. Dat wij Hem mogen herkennen in menselijke Nabijheid en er over spreken en het niet verzwijgen. Midden onder u staat Hij die gij niet kent!

Berrie Daalhuizen