1. Liefde

1. Liefde

Vandaag mag ik als eerste van ons team mijn bijdrage leveren voor de novene voor Pinksteren. Toen ik 16 jaar was, heb ik voor het eerst een echte novene gehouden. Ik heb iedere dag gebeden bij moeder Maria. Haar gevraagd of zij mijn moeder weer gezond kon maken. Mijn moeder was heel ziek en de dokters konden niets meer voor haar doen. Mijn vertrouwen in Maria’s liefde was kinderlijk en oeverloos breed en diep. Zij was er immers ook bij geweest toen de gaven van de Geest over de mensen werden uitgestort. Maar toen de novene dagen voorbij waren, ging het niet beter met mijn moeder, ik was heel boos.
Ik ging ons huis binnen en draaide Maria om met de woorden:
‘als jij ons niet ziet en helpt, dan wil ik ook niet meer naar jou kijken’.
Een boze puber, mijn vader pakte mijn handen en zei toen:
‘Mia draai Maria maar gauw weer om, wij hebben haar liefde en zorg heel hard nodig’.
Het werd Pinksteren en weer hoorde ik over de liefde, dit maal van de H. Geest als gave. En met mijn zieke moeder voor ogen en mijn ervaringen met mijn novene, begreep ik een beetje wat liefde kan zijn. Liefde is geen direct wonder, krijgen waar je om vraagt, liefde is er zijn, voor die ander, altijd en overal. Dát is de gave die wij van de Geest ontvangen en door mogen geven. Een liefde die steeds blijft stromen, nooit ophoudt. Tussen mensen, tussen God en mensen en mensen en God. Een kostbare gave, waar ik nog steeds intens dankbaar voor ben. En ik bid dat met het Pinksterfeest het vuur van die liefde weer heviger in ons mag worden, en wij samen verder kunnen. Door alle levensmomenten heen weten dat God ons vasthoudt in Zijn liefde en wij ook elkaar in liefde mogen vasthouden. Ook in deze tijd waarin er veel verdriet is, zie ik de gaven van de Geest in mensen terug.
Aandacht, liefde en zorg voor elkaar, een kaarsje in de kerk, een gebed. Openen wij ons hart als voorbereiding op het Pinksterfeest.

Mia Tankink