Vierde zondag van Pasen

Vierde zondag van Pasen

EERSTE LEZING    Hand., 2, 14a. 36-41

Uit de Handelingen der Apostelen

Op de dag van Pinksteren trad Petrus met de elf naar voren en verhief zijn stem om het woord tot de menigte te richten: “Voor heel het huis van Israël moet onomstotelijk vaststaan, dat God die Jezus die gij gekrui­sigd hebt, tot Heer en Christus heeft gemaakt,” Toen zij dit hoorden, waren zij diep getroffen en zeiden tot Petrus en de overige apostelen: “Wat moeten we doen, mannen, broeders?” Petrus gaf hun ten antwoord: “Bekeert u en ieder van u late zich dopen in de naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden. Dan zult gij als gave de heilige Geest ontvangen. Want die belofte geldt u, uw kinderen en alle mensen, waar dan ook, zovelen de Heer onze God zal roepen.” Met nog vele andere woorden legde hij getuigenis af, en hij vermaande hen: “Redt u uit dit ontaarde geslacht.” Die zijn woord aannamen lieten zich dopen, zodat op die dag ongeveer drieduizend mensen zich aansloten.

TUSSENZANG

REFREIN: De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort.

of: Alleluia.

Ps. 23 (22), 1-3, 3b-4, 5, 6

De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort; Hij laat mij weiden op groene velden.

Hij brengt mij aan water, waar ik kan rusten, Hij geeft mij weer frisse moed.

Mijn schreden leidt Hij langs rechte paden omwille van zijn Naam.

Al voert mijn weg door donkere kloven, ik vrees geen onheil waar Gij mij leidt.

Uw stok en uw herdersstaf geven mij moed en vertrouwen.

Gij nodigt mij aan uw tafel tot ergernis van mijn bestrijders.

Met olie zalft Gij mijn hoofd, mijn beker is overvol.

Voorspoed en zegen verlaten mij nooit, elke dag van mijn leven.

Het huis van de Heer zal mijn woning zijn voor alle komende tijden.

TWEEDE LEZING   1 Petr., 2, 20b-25

Uit de eerste brief van de heilige apostel Petrus

Dierbaren,

Geduldig verdragen wat gij te lijden hebt om uw goede daden, dat is het wat God behaagt. Het is ook uw roeping, want Christus heeft voor u geleden en u een voorbeeld nagelaten; gij moet in zijn voetstappen treden. Hij heeft geen zonde gedaan en in zijn mond is geen bedrog gevonden. Als Hij gescholden werd, schold Hij niet terug. Als men Hem leed aandeed, uitte Hij geen dreigementen. Hij liet zijn zaak over aan Hem die rechtvaardig oordeelt. In zijn eigen lichaam heeft Hij onze zonden op het kruishout gedragen, opdat wij aan de zonden zouden afsterven en gaan leven voor gerechtigheid. Door zijn striemen zijt gij genezen. Want gij waart verdwaald als schapen, maar nu zijt ge bekeerd tot de herder en behoeder van uw zielen.

ALLELUIA

Alleluia. Ik ben de goede Herder, zegt de Heer, Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij. Alleluia.

Joh., 10, 14

EVANGELIE Joh., 10,1-10

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes

In die tijd zei Jezus: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie niet door de deur, maar langs een andere weg de schaapskooi binnengaat, hij is een dief en een rover. Maar wie door de deur binnengaat, is de herder van de schapen. Hem doet de deurwachter open. De schapen luisteren naar zijn stem; hij roept zijn schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. En als hij al zijn schapen naar buiten heeft gebracht, trekt hij voor hen uit, terwijl zij hem volgen, omdat zij zijn stem kennen. Een vreemde echter zullen ze niet volgen; integendeel, zij zullen van hem wegvluchten, omdat ze de stem van vreemden niet kennen.” Deze gelijkenis vertelde Jezus hun, maar zij begrepen niet wat Hij hun wilde zeggen. Een andere keer zei Jezus tot hen: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik ben de deur van de schapen. Allen die voor Mij zijn gekomen, zijn dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. lk ben de deur. Als iemand door Mij binnengaat, zal hij worden gered; hij zal in- en uitgaan en weide vinden. De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en te vernietigen. lk ben gekomen, opdat zij leven zouden bezitten, en wel in overvloed.”

BEZINNING

Na deze inleiding gaat Jezus verder en noemt zichzelf de Goede Herder, die zijn leven geeft voor zijn schapen.  Hij doet dit opdat zijn schapen leven in overvloed zouden hebben.

Dat in contrast tot de “dieven en rovers” die hij ook noemt.  In het extreem valt er te denken aan groeperingen zoals IS, maar ook andere gedachtegoed sluimert en roert, om bijvoorbeeld vreemdelingen haat en wantrouwen te bemoedigen.  Vaak wordt geloof misbruikt om kwaad te zaaien of eigenbelang te dienen:  wolven in schaapskleren die met een mooie boodschap hun eigen zakken gevuld krijgen en anderen van vrijheid beroven.

Hoe belangrijk dan om dicht bij onze Goede Herder te blijven.  Naar Hem te luisteren, zijn stem goed leren kennen, dat wij niet afgeleid worden door een vreemde.  Bijzonder in deze onzekere tijden, maar eigenlijk is het iets voor alle tijden.  Want de schapen blijven niet in de schaapskooi:  Hij leidt ze naar buiten.  Als volgelingen van onze Goede Herder, verbonden met hem door onze doop, leven wij in de wereld.  Wij zijn allen geroepen op onze beurt om levensbronnen voor elkaar te zijn, zoals Hij voor ons.  En gelukkig zien wij daar legio voorbeelden van:  toegewijde moeders en vaders, leraren, maatschappelijke werkers, dienstverleners van allerlei aard en bijzonder in het licht in deze tijd, gezondheidsmedewerkers en alles wat daar bij komt kijken, van schoonmakers tot leveranciers.  En zo kan het een hele lange lijst worden.  Allemaal geroepen om de zorg en liefde van de Goede Herder te belichamen voor degenen waarmee ze omgaan en die ze dienen.

Er zijn zelfs mensen die hun leven op het spel zetten voor het welzijn van de mensheid.  Mensen die streven voor een gezondere en houdbare omgang met de aarde en haar resources, die streven voor gelijke rechten voor alle mensen, bijzonder waar dat gevaarlijk is vanwege dubieuze en gewelddadige regimes.  Voorstanders van vrede en gerechtigheid in hun inzet voor de basis mensenrechten.  Een leger aan vrijwilligers die zich inzetten opdat anderen zich een beetje meer deel voelen van de samenleving.  Ook een hele lange lijst.  Gemotiveerd door geloofsovertuiging, of door verschillende andere idealen.  Maar toch uiteindelijk allemaal terug te leiden naar een God met hart tot het uiterste toe voor zijn geliefde volk.

Op deze Goede Herder Zondag laten wij dank zeggen voor allen die in hun dagelijks leven tekenen geven van Zijn liefde, en dat wij allen iets van die liefde en meeleven mogen belichamen in onze zorg een aandacht voor anderen.

Belangrijk op deze dag is ook om aandacht te schenken en te bidden voor roepingen tot het leven bijzonder toegewijd aan God en de dienst van zijn volk door de diaken- of priesterwijding of religieuze beloften.  Geroepen door God en gemeenschap om dienstbaar te zijn, het Goede Nieuws te verkondigen en present te stellen, om herderlijke leiding te geven, een bijzondere belichaming van onze Goede Herder, bron van leven, liefde en hoop in een wereld in nood.

Gebed om Roepingen

bij gelegenheid van het Jaar van de Eucharistie

God, Gij zorgt voor herders die uw volk leiden.

Stort over uw Kerk de Geest uit, de Helper,

die ons doet groeien in geloof, hoop en liefde,

in waarheid en eenheid.

Roep bedienaren voor de verkondiging

van het Evangelie

en de dienst van uw altaar.

Geef ons de priesters en diakens

die wij nodig hebben.

Dit bidden wij U op voorspraak

van de Dienaar Gods Alphons Ariëns

die als priester van het Aartsbisdom Utrecht

U en zijn naasten, in het bijzonder de armen,

met grote liefde en trouw heeft gediend.

Door Christus, onze Heer.