Hans Pauw

Hans Pauw

Pastoor Hans Pauw

Op 2 januari 1969 werd ik geboren in het mooie plaatsje Vinkeveen, als jongste van vijf kinderen in een traditioneel katholiek gezin. Al rond de Eerste Communie leeftijd werd ik mij bewust van een verlangen naar het priesterschap. Mijn ouders namen dat (terecht) niet erg serieus en drongen er altijd op aan dat ik maar een vak zou leren zoals mijn broers en zus. Ik werd groenteman, vervulde mijn dienstplicht, werkte als commercieel-administratief medewerker bij een houtimportbedrijf en in mijn vrije tijd deed ik veel vrijwilligerswerk, voornamelijk in de kerk, tot ik niet langer kon ontkennen dat daar mijn hart lag. Het verlangen om priester te worden was gegroeid en gerijpt.

In 1995 begon ik via de toenmalige priesteropleiding van ons bisdom, het Ariënskonvikt, aan de toenmalige Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht (nu FKT). Mijn afstudeerscriptie werd een systematisch-theologische reflectie op het geloofsartikel ‘De verrijzenis van het lichaam.’ Ik liep stages in Huize Ursual in Nieuwveen (mensen met een verstandelijke beperking) en in de parochies van Heino en Lierderholthuis. Op 8 december 2001 ontving ik de diakenwijding en op 1 juni 2002 de priesterwijding in de St. Catharinakathedraal te Utrecht. Vervolgens werd ik benoemd voor het parochiepastoraat in Tubbergen(2002-2007) en Amersfoort (2007-2009). Op 2 februari 2009 werd ik benoemd tot bisschoppelijk vicaris van het vicariaat Arnhem en voor de taakvelden Jeugd en Jongeren en Catechese. Op 1 juli 2017 werd ik voor 50% tevens benoemd tot pastoor van de parochie Maria Laetitia.

Bij mijn priesterwijding heb ik een motto gekozen: “Dient elkaar als goede beheerders van Gods veelsoortige genade met de gaven zoals ieder die heeft ontvangen”(1 Petr. 4, 10). Het doet denken aan de parabel over de talenten (Mat. 25, 14-30). In Gods wereld en in zijn kerk zijn wij geroepen om elkaar te dienen en zo geluk te bevorderen met de gaven en talenten die Hij ons gegeven heeft. Niemand heeft overal talent voor dus hebben we elkaar nodig. We mogen die talenten ook niet verbergen of voor onszelf bewaren, maar moeten er mee woekeren. Zo worden we mensen naar Gods hart en vormen we onze samenleving in het groot en in het klein naar zijn bedoelingen. Dat Gods liefde zichtbaar wordt, in- en door ons, voor allen. Daaraan wil ik graag dienstbaar zijn.

Priester
Marcel Smits
Priester
Paulus Tilma