Bidden: naar binnen keren

Bidden: naar binnen keren

“Bereid de weg van de Heer, maak zijn paden recht!” (Marcus 1,3b)

Was het thuis zitten tijdens de eerste lockdown voor jou ook een tijd van bezinning? Voor veel mensen bleek het gedwongen thuis zijn ook rust te geven, er hoefde minder, waardoor er bezinning en reflectie op gang kwam. Nu we opnieuw in een lockdown zitten en het steeds vroeger donker wordt keren we weer meer naar binnen. De Advent, de vier weken voorafgaande aan het Kerstfeest, zijn vanouds een tijd van verwachting, maar ook van inkeer en bezinning.

De bovenstaande woorden uit het evangelie Marcus, die je op de Tweede zondag van de Advent in de liturgie hoort, roepen je op om de weg van de Heer te bereiden, om een weg te banen voor God in je leven. Hoe kun je ruimte maken voor God? Hoe kun je God ruim baan geven in je leven?

Tijdens de Tweede Wereldoorlog toen de bewegingsvrijheid voor Joden steeds geringer werd ging Etty Hillesum, een joodse vrouw in Amsterdam op zoek naar God in haar binnenste. Ze schrijft in haar dagboek op 26 augustus 1941: “Binnen in me zit een heel diepe put. En daarin zit God. Soms kan ik erbij. Maar vaker liggen er stenen en gruis voor die put, dan is God begraven. Dan moet hij weer opgegraven worden. Ik stel me voor dat er  mensen zijn die bidden met hun ogen naar de hemel geheven. Die zoeken God buiten zich. Er zijn er ook die het hoofd buigen en in de handen verbergen, ik denk dat die God binnen in zich zoeken”.

De weg van gebed, de weg naar binnen, van inkeren in je zelf, is een lange weg, en kent veel obstakels. Maar ook al liggen er stenen en gruis voor, daaronder is God aanwezig, in je diepste binnenste, woont God.

Deze donkere tijd van het jaar doet je naar binnen gaan. De Advent is een uitnodiging om een weg voor God te bereiden, om naar binnen te keren en in je diepste innerlijk God te ontmoeten.

Berrie Daalhuizen

Vorige
Opgelet!