Het was een mooi nazomers weekeinde in 2018 dat mijn vrouw en ik twee dagen gingen wandelen.
Met de trein naar Cuijk, lopen naar Groesbeek, daar overnachten en de volgende dag, zondag, wandelend op weg naar Nijmegen.
De zondagse kerkgang verplaatste ik naar de maandag waar ik de eucharistie vierde met de Benedictijner Monniken in de St. Willibrordsabdij in Doetinchem.
Na zo’n 8 km gewandeld te hebben op die zondag belandden we op een terrasje voor een kop koffie en een lekker stuk appeltaart. Het weer was prachtig!
Toen we goed en wel zaten verscheen er een groepje van 6 wielrenners. Allemaal mannen, zo ongeveer tussen de 30 en de 60 jaar. Ze nestelden zich voor ons en toen ook zij voorzien waren van koffie en appeltaart, volgden we hun gesprekken. Het ging niet over wielrennen of over de kwaliteit van hun fietsen of uitrusting. Nee, er werden vragen naar elkaar gesteld als:
“Hoe gaat het met je vrouw?”
“Ligt je moeder nog in het ziekenhuis?”
“Hoe gaat het met je relatie?”
“Hoe staat het met de verbouw van het huis van je dochter?”
En er kwamen antwoorden, heel open en zonder enige terughoudendheid.
Deze mannen, hadden van die zondagochtend hun sportochtend en ontmoetingsochtend gemaakt. Geen kerkgang maar wel een hechte betrokken gemeenschap met liefdevolle aandacht voor elkaars wel en wee. Zo maar op een andere wijze “kerk” of gemeenschap zijn dacht ik. We waren onder de indruk.
In mijn gedachte kwam de Bijbeltekst naar boven: “Indien wij elkaar liefhebben woont God in ons en is Zijn liefde in ons volmaakt geworden.” (1 Joh. 4, 12b).
Dit is nu geen pleidooi om niet meer naar de kerk te gaan en met een groepje te gaan fietsen en elkaar te bevragen over het leven. Het is goed om ons blijvend te laten inspireren door de boodschap van Jezus en dat te doen in gemeenschap met andere gelovigen in een mooie viering in een van onze kerken. En zaterdagavond of zondagmorgen is daar de gebruikelijke gelegenheid voor. Dat inspireert dan wellicht tot een fietstocht met aandacht voor elkaar, en dat kan ook heel goed op een ander moment.
We waren, misschien niet voor onze oren bedoeld, getuige van een hartverwarmend gesprek tussen die mannen.
Misschien een idee om tijdens de komende vakantieperiode ook met elkaar het leven wat intenser te delen?
Ik wens u, mede namens mijn collega’s, een mooie, ontspannen en inspirerende vakantie toe.
Diaken Jan van Heugten